slaapkamer

DutchEnglish
het bed (-den)the bed (-s)
het nachtkastje (-s)the nightstand (-s)
het nachttafeltje (-s)the small nightstand (-s)
de nachtlamp (-en)the night lamp (-s)
de leeslamp (-en)the reading lamp (-s)
de wekker (-s)the alarm clock (-s)
de radiowekker (-s)the radio alarm clock (-s)
de klokradio (-‘s)the clock radio (-s)
het laken (-s)the sheet (-s)
de deken (-s)the blanket (-s)
de donsdeken (-s)the duvet (-s)
het dekbed (-den)the comforter (-s)
het/de overtrek (-ken)the duvet cover (-s)
de matras (-sen)the mattress (-es)
het hoofdeinde (-s)the head end (-s)
het voeteneinde (-s)the foot end (-s)
het hoeslaken (-s)the fitted sheet (-s)
het hoofdkussen (-s)the pillow (-s)
de kussensloop (-slopen)the pillowcase (-s)
de kleerkast (-en)the wardrobe (-s)
de kleerhanger (-s)the coat hanger (-s)
de ladekast (-en)the chest of drawers (-s)
de commode (-s)the changing table (-s)
het gordijn (-en)the curtain (-s)
het eenpersoonsbed (-den)the single bed (-s)
het tweepersoonsbed (-den)the double bed (-s)
het stapelbed (-den)the bunk bed (-s)
de toilettafel (-s)the vanity table (-s)
de toiletspiegel (-s)the bathroom mirror (-s)
het papieren zakdoekje (-s)the tissue (-s)
de doos (dozen)the box (-es)
papieren zakdoekjestissues

Woorden in actie (Words in action)

A: Heb je de wekker al gezet? | A: Have you set the alarm clock yet?
B: Ja, de wekker staat al. | B: Yes, the alarm clock is already set.
A: Waar ligt het hoeslaken? | A: Where is the fitted sheet?
B: Het ligt op het bed. | B: It’s on the bed.


Variaties (Expressing preference/choices)

Het eenpersoonsbed is veel te klein voor mij. | The single bed is much too small for me.
Ik slaap liever in een tweepersoonsbed. | I prefer sleeping in a double bed.
Het dekbed is heerlijk warm. | The comforter is wonderfully warm.

Scroll to Top