Verb vinden ( to find )

Vinden – Werkwoordvervoeging

Vinden (to find)

Enkelvoud Singular
ik stam vind
je/jij stam + t vindt
u stam + t vindt
hij / ze/zij / het stam + t vindt
Meervoud Plural
we/wij stam + en vinden
jullie stam + en vinden
ze/zij stam + en vinden
Scroll to Top