Fruit

DutchEnglish
de appel (-s/-en)the apple (-s/-es)
de sinaasappel (-s/-en)the orange (-s)
de mandarijn (-en)the tangerine (-s)
de citroen (-en)the lemon (-s)
de peer (peren)the pear (-s)
de banaan (bananen)the banana (-s)
de perzik (-en)the peach (-es)
de nectarine (-s)the nectarine (-s)
de abrikoos (abrikozen)the apricot (-s)
de pruim (-en)the plum (-s)
de kers (-en)the cherry (-s)
de kiwi (-‘s)the kiwi (-s)
de schil (-len)the peel (-s)
het vleesthe flesh
het vruchtvleesthe pulp
de aardbei (-en)the strawberry (-ies)
de druif (druiven)the grape (-s)
de tros (-sen) druiventhe bunch of grapes
de meloen (-en)the melon (-s)
de ananas (-sen)the pineapple (-s)
de noot (noten)the nut (-s)
de walnoot (-noten)the walnut (-s)
de kastanje (-s)the chestnut (-s)
het blad (-eren)the leaf (-s)
de steel (stelen)the stem (-s)
de pit (-ten)the seed (-s)
de grapefruit (-s)the grapefruit (-s)
de pompelmoes (-moezen)the pomelo (-s)
de limoen (-en)the lime (-s)
de framboos (-bozen)the raspberry (-ies)
de braambes (-sen)the blackberry (-ies)
de kruisbes (-sen)the gooseberry (-ies)
de aalbes (-sen)the currant (-s)
de mango (-‘s)the mango (-s)
de passievrucht (-en)the passion fruit (-s)
de vijg (-en)the fig (-s)
de dadel (-s)the date (-s)
de lychee (-s)the lychee (-s)

Woorden in actie | Words in action
A: Krijg ik wat fruit, alsjeblieft? | A: Can I have some fruit, please?
B: Natuurlijk, een appel of een peer? | B: Of course, an apple or a pear?
A: Heb je geen meloen? | A: Don’t you have any melon?
B: Helaas niet. | B: Unfortunately not.

Variaties (ergens vriendelijk om vragen) | Variations (asking politely)
Krijg ik wat fruit, alsjeblieft? | Can I have some fruit, please?
Is er nog fruit, alsjeblieft? | Is there any fruit left, please?
Mag ik alsjeblieft wat fruit? | May I please have some fruit?
Zou ik alsjeblieft wat fruit mogen? | Could I please have some fruit?

Scroll to Top