Menselijk lichaam

DutchEnglish
LichaamBody
het hoofd (-en)the head (-s)
het gezicht (-en)the face (-s)
de snor (-ren)the mustache (-s)
de baard (-en)the beard (-s)
de rug (-gen)the back (-s)
de buik (-en)the stomach (-s)
de arm (-en)the arm (-s)
de hand (-en)the hand (-s)
het been (benen)the leg (-s)
de voet (-en)the foot (-s)
de hals (halzen)the neck (-s)
de keel (kelen)the throat (-s)
de nek (-ken)the neck (-s)
de schouder (-s)the shoulder (-s)
de borst (-en)the chest (-s)
de billenthe buttocks
het achterste (-n)the backside (-s)
de knie (-ën)the knee (-s)
de enkel (-s)the ankle (-s)
de pols (-en)the wrist (-s)
de oksel (-s)the armpit (-s)
de elleboog (-bogen)the elbow (-s)
de middel (-s)the waist (-s)
de taille (-s)the torso (-s)
de heup (-en)the hip (-s)
de dij (-en)the thigh (-s)
de kuit (-en)the calf (-s)
de scheen (schenen)the shin (shins)
de geslachtsdelenthe genitals
de tepel (-s)the nipple (-s)
de navel (-s)the belly button (-s)

Hand | Hand
de vinger (-s) | the finger (-s)
de duim (-en) | the thumb (-s)
de pink (-en) | the pinky (-s)
de nagel (-s) | the nail (-s)
de vingernagel (-s) | the fingernail (-s)
de palm (-en) | the palm (-s)

Voet | Foot
de teen (tenen) | the toe (-s)
de nagel (-s) | the nail (-s)
de teennagel (-s) | the toenail (-s)
de hiel (-en) | the heel (-s)
de voetzool (-zolen) | the sole (-s)
de wreef (wreven) | the instep (-s)

DutchEnglish
HoofdHead
het haar (haren)the hair (hairs)
het oog (ogen)the eye (eyes)
de neus (neuzen)the nose (noses)
het oor (oren)the ear (ears)
de mond (-en)the mouth (-s)
de tand (-en)the tooth (-s)
de lip (-pen)the lip (-s)
de tong (-en)the tongue (-s)
de kin (-nen)the chin (-s)
de wang (-en)the cheek (-s)
het voorhoofd (-en)the forehead (-s)
de wenkbrauw (-en)the eyebrow (-s)
de wimper (-s)the eyelash (-es)
de slaap (slapen)the temple (-s)
de kaak (kaken)the jaw (-s)

Inwendige delen | Internal parts
de hersenen | the brain
het hart (-en) | the heart (-s)
de long (-en) | the lung (-s)
de lever (-s) | the liver (-s)
de nier (-en) | the kidney (-s)
de ader (-s/-en) | the vein (-s)
de spier (-en) | the muscle (-s)
de maag (magen) | the stomach (-s)
de ingewanden | the intestines
de luchtpijp (-en) | the windpipe (-s)
de slokdarm (-en) | the esophagus (-es)
de blaas (blazen) | the bladder (-s)
de darm (-en) | the intestine (-s)

Skelet | Skeleton
de rib (-ben) | the rib (-s)
de schedel (-s) | the skull (-s)
het sleutelbeen (-deren/-benen) | the collarbone (-s)
het schouderblad (-en) | the shoulder blade (-s)
het borstbeen (-deren/-benen) | the breastbone (-s)
de ruggengraat (-graten) | the spine (-s)

Woorden in actie | Words in action
A: Ik voel me niet goed, dokter. | A: I don’t feel well, doctor.
B: Waar heb je pijn? | B: Where does it hurt?
A: Hier, mijn lever. | A: Here, my liver.
B: Dat is je lever niet, dat zijn je nieren. | B: That’s not your liver, those are your kidneys.
A: Ai! Is het erg, dokter? | A: Ouch! Is it serious, doctor?
B: Nee, ik denk het niet. | B: No, I don’t think so.

Variaties (zeggen dat men zich niet goed voelt) | Variations (saying that one feels unwell)
Ik voel me niet goed, dokter. | I don’t feel well, doctor.
Ik voel me niet best, dokter. | I don’t feel great, doctor.
Ik voel me niet lekker, dokter. | I don’t feel good, doctor.
Ik ben misselijk, dokter. | I feel nauseous, doctor.

Scroll to Top